Dieren
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Mag je zomaar teksten van anderen gebruiken?

 

Een geschreven stuk tekst is gemaakt door een auteur (schrijver). Dit betekent dat je het niet zomaar -zonder toestemming- mag overnemen. Op geschreven tekst 'rust' auteursrechten. Wat mag je wel of niet gebruiken en wat zijn de regels?

 

Kijk op de volgende site van wikikids.

 

(Advertentie)

Wat weet je van het dier?

 

Soms weet je al veel van een onderwerp. Daardoor kun je makkelijker een werkstuk maken.

  • Lengte
  • Hoogte
  • Gewicht
  • Huidskleur
  • Let op de plek van de zintuigen
  • Hoe is het dier aangepast aan zijn omgeving?

 

 

Teken het dier.

(Advertentie)

Is het een gewerveld of ongewerveld dier?

 

Gewervelde dieren hebben een ruggengraat, deze geeft het dier stevigheid.

 

Ongewervelde dieren hebben geen ruggengraat. 

(Advertentie)

Dieren zijn verdeeld in klassen. De gewervelde dieren kun je velen in vijf klassen: de vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.

 

Kijk bij het goede tabblad voor informatie en clipjes.

Waarnemen

 

Hoe ziet, hoort, proeft, ruikt, voelt het dier?


Heeft het dier speciale zintuigen? Vertel daar iets over.

 

Zintuigen zorgen ervoor dat een dier snel zijn omgeving kan overzien. Dit is belangrijk om te overleven.

 

Leefomgeving

 

 

Waar leeft het dier? (Welk werelddeel, land)Waarom leeft het dier juist daar?


Wat kun je vertellen over het klimaat in zijn leefomgeving?

 

Hoe ziet zijn leefomgeving (habitat) eruit?

 

Voorbeeld: de bodem van het bos is de leefomgeving (habitat) van een regenworm.

Habitat komt uit het Latijn en betekent 'het bewoont'.

Waarom kiest een dier een bepaald leefgebied?

 

Dit heeft te maken met:

 

  • temperatuur van de omgeving
  • hoe vochtig het is
  • of het water zoet of zout is
  • veel of weinig licht
  • grondsoort (zand, grind, klei, leem, löss, veen)

Enkele landschappen:

 

bos- heidegebieden

bos, bosrand, heidegebeid

 

Watergebied

Rivieren, plassen, sloten, meren, zee- kustgebieden

 

Agrarisch gebied

grasland, akkers, weilanden

 

Steden

Stad, parken, tuinen

 

Tropisch gebied

tropisch regenwoud, woestijn, savanne, steppe, grasvlakte

 

Poolgebieden

Noordpool, Zuidpool, toendra

 

Berggebieden

 

Koraalriffen

 

(Advertentie)
(Advertentie)

Alleen of samen

 

Leeft het dier alleen, in paren of in groepen?


♦ Heeft de groep een leider?


♦ Hoe wordt het dier een leider van de groep?

 

Wanneer een dier in een groep leeft heeft hij meer kans om te overleven.

Eten en drinken

 

 

Wat eet en drinkt het dier?


Hoe komt het dier aan voedsel?

Jonge dieren

 

 

Hoeveel jongen krijgt het dier?

 

Wat is de draagtijd?

 

Hoe worden de jonge dieren verzorgd en beschermd?


Hoe lang blijven ze bij de ouders?


Hoe oud kunnen de dieren worden?

Vijanden

 

Heeft het dier vijanden? Welke?


Is het dier een vijand voor andere dieren?